kopen

listen to the pronunciation of kopen
Нидерландский Язык - Турецкий язык
satın al
satın
alış
satın alan
yenilgiye uğramak
Нидерландский Язык - Английский Язык
buy

I can't decide which dress I should buy. - Ik kan niet kiezen welke jurk ik zal kopen.

Ah! If I were rich, I'd buy myself a house in Spain. - Ah! Als ik rijk zou zijn, zou ik voor mezelf een huis kopen in Spanje.

buy it

If I had money, I could buy it. - Als ik geld had, kon ik het kopen.

If that guitar weren't so expensive, I could buy it. - Als die gitaar niet zo duur zou zijn, kon ik haar kopen.

buy from
buying

Today is Tuesday. I am buying fishes. - Vandaag is het dinsdag. Ik ben vissen aan het kopen.

They are buying vegetables in the supermarket. - Ze kopen groenten in de supermarkt.