He could always tell which direction the wind was blowing. - Hij kon altijd zeggen in welke richting de wind blies.
He could always tell which direction the wind was blowing.
Hij kon altijd zeggen in welke richting de wind blies.
North is the opposite direction from south. - Noord is de richting die tegenovergesteld is aan zuid.
North is the opposite direction from south.
Noord is de richting die tegenovergesteld is aan zuid.