You should take the number 5 bus. - Jullie moeten bus 5 nemen.
You should take the number 5 bus.
Jullie moeten bus 5 nemen.
He said he was going to take a risk. - Hij zei dat hij van plan was een risico te nemen.
He said he was going to take a risk.
Hij zei dat hij van plan was een risico te nemen.
I went to the bank to take out money. - Ik ben naar de bank geweest om geld op te nemen.
I went to the bank to take out money.
Ik ben naar de bank geweest om geld op te nemen.