uit

listen to the pronunciation of uit
Dutch - Turkish
-dan
'den
-den
-de
çıkıp
açma kapama
dışarı cık
çıkmış
defol
aşımı
tüken
ortaya
cık
sapa
kalmamış
kimden
açıklarında
dışarı

Okuldan geldim, sonra arkadaşlarımla dışarı çıktım. - Ik kwam van de school terug, daarna ging ik met mijn vrienden uit.

Sessizce camdan dışarı baktı. - Zwijgend keek ze uit het raam.

dışarıda
cık dışarı
devre dışı
dişar
asım
çıkış

Bir durumdan çıkış olarak, şiddet kullanma. - Gebruik geen geweld als uitweg uit een situatie.

Her şeyden önce, bu durumdan bir çıkış yolu bulmalıyız. - Allereerst moeten we een uitweg uit deze situatie vinden.

dışarı çıkarmak
itibaren
Dutch - English
off

I'm getting off at the next station. - Ik stap uit op het volgende station.

Could you turn off the lights? - Wil je het licht uitdoen alsjeblieft?

from

Which country are you from? - Uit welk land kom je?

What country are you from? - Uit welk land kom je?

from among
extracted from
made up

This train is made up of seven cars. - Deze trein bestaat uit zeven rijtuigen.

The train is made up of fifteen cars. - De trein bestaat uit vijftien wagons.

out

You absolutely may not cut pictures out of the books on the bookcase. - Uit de boeken die in de kast staan mag je in geen geval plaatjes knippen.

By no means may you cut out the pictures from the books on the bookshelf. - Uit de boeken die in de kast staan mag je in geen geval plaatjes knippen.

coming from