neef

listen to the pronunciation of neef
Dutch - Turkish
kuzen
kuze
yeğen
erkek yeğen
kuzin
yeğeni
kuzi
teyze çocuğu
Dutch - English
nephew

On my days off I look after my nephew and go out for dinner with friends. - Als ik vrij heb, pas ik op mijn neefje en ga ik met vrienden uit eten.

My nephew watched the animals in the zoo. - Mijn neef keek naar de beesten in de dierentuin.

first cousin
cousin

My cousin is a little older than I am. - Mijn neef is iets ouder dan ik.

Tomorrow a distant cousin is coming. - Morgen komt er een verre neef.