Definition of moet in Dutch English dictionary
- ought to
You ought to see a dentist.
- Ge zoudt naar een tandarts moeten gaan.
You ought to listen to your mother.
- Je zou naar je moeder moeten luisteren.
- must
You must educate your tongue to distinguish good coffee from bad.
- Je moet je tong leren om goede koffie van slechte te onderscheiden.
We must pay attention to traffic signals.
- We moeten op het stoplicht letten.
- gotta
It's getting late. I gotta go.
- Het is laat, ik moet gaan.
- has to
Milk has to be kept at a relatively low temperature.
- Melk moet men bewaren bij relatief lage temperatuur.
In order to study computational linguistics it's necessary to know various languages, however, one also has to be familiar with the use of computers.
- Om computerlinguïstiek te kunnen studeren moet men meerdere talen kennen, maar ook goed met computers kunnen omgaan.
