Ah! If I were rich, I'd buy myself a house in Spain.
- Ah! Als ik rijk zou zijn, zou ik voor mezelf een huis kopen in Spanje.
Let me buy you a new one.
- Laat me een nieuwe voor je kopen.
If that guitar weren't so expensive, I could buy it.
- Als die gitaar niet zo duur zou zijn, kon ik haar kopen.
If I had money, I could buy it.
- Als ik geld had, kon ik het kopen.
They are buying vegetables in the supermarket.
- Ze kopen groenten in de supermarkt.
Don't waste your money by buying things you don't need.
- Verspil je geld niet door dingen te kopen die je niet nodig hebt.