koken

listen to the pronunciation of koken
Dutch - Turkish
kaynat
ocaklık
kaynatmak
çıban
pişir
yemek pişirme
radde
galeyana gelmek
Dutch - English
cook

My mother is busy cooking supper. - Mijn moeder is bezig het avondeten te koken.

Have you learned cooking or anything? - Heb jij leren koken of zo?

boil

Tom showed Mary how to boil water in a paper cup. - Tom toonde aan Maria hoe ze water kon koken in een kartonnen bekertje.

I burned myself with boiling water. - Ik heb mezelf verbrand aan kokend water.

cooking

My mother is busy cooking supper. - Mijn moeder is bezig het avondeten te koken.

Salt is an indispensable ingredient for cooking. - Zout is een onmisbaar ingrediënt om te koken.

English - English
A black-clad person who enters the stage to rearrange the set, unremarked by the actors
knave
koken
Favorites