I talked with my parents about my studying abroad. - Ik heb met mijn ouders gesproken over studeren in het buitenland.
I talked with my parents about my studying abroad.
Ik heb met mijn ouders gesproken over studeren in het buitenland.
I was abroad on vacation. - Ik was op vakantie in het buitenland.
I was abroad on vacation.
Ik was op vakantie in het buitenland.