goed

listen to the pronunciation of goed
Dutch - Turkish
valla
peki
kuyu
iyice

İyice sabunlaman lazım. - Je moet het echt goed inzepen.

uslu
pekii
tereke
pekala

Pekâlâ, gelebildiğine sevindim. - Goed, ik ben blij dat je kon komen.

iyiler
iyi durum
hayırlı
akey
iyi şekil
yani sıra
tamam mi
iyi mi
pek iyi
iyiye
su kuyusu
gayet iyi
güzelce
idare eder
iyisin
iyi

Ablam gitarı iyi çalar. - Mijn oudere zus speelt goed gitaar.

Ben, iyi bir tenis oyuncusu olduğunu duyuyorum. - Ik heb gehoord dat je een goede tennisspeler bent.

iyi ol

Bana her şeyin iyi olduğunu söyle. - Zeg me dat alles goed is.

Dutch - English
estate
well-
okay

Are okay after yesterday's earthquake? - Is het met de aardbeving van gister wel allemaal goed gegaan?

We'll help you, okay? - Wij zullen je helpen, goed?

accounted
well

No matter what he does, he does it well. - Wat hij ook doet, hij doet het goed.

This book sold well in Japan. - Dit boek verkocht goed in Japan.

fairly well

The foreigner speaks Japanese fairly well. - De buitenlander spreekt redelijk goed Japans.

He speaks English fairly well. - Hij spreekt redelijk goed Engels.

good

This is a good textbook. - Dit is een goed lesboek.

Good students study hard. - Goede studenten studeren hard.