gaan

listen to the pronunciation of gaan
Dutch - Turkish
yazan
yazak
git

Denize gitmek için hava hâlâ soğuk. - Het is nog te koud om naar de zee te gaan.

Bir şeyler yemeye gitmek ister misin? Hesap benden. - Wil je wat gaan eten? Ik trakteer.

gidelim
dava etmek
olup bitmek
gidiyorum
doğru git
geçin
gidiyor
gidiş
gitmek
işe almak
gidişme
gideceğim

Tatile gideceğimiz gün, hastalandı. - Op de dag dat we op vakantie zouden gaan, werd hij ziek.

gidip
gidişmek
gidecek
gidiyoruz

Nereden geliyoruz? Nereye gidiyoruz? - Waar komen we vandaan? Waar gaan we heen?

Ayakkabılarınızı giyer misiniz, gidiyoruz! - Willen jullie je schoenen aandoen, we gaan!

Dutch - English
going

Did you enjoy going to exhibits in Romania? - Vond je het leuk om naar exposities te gaan in Roemenië?

Don't forget to turn off the gas before going out. - Vergeet het gas niet uit te doen voordat jullie naar buiten gaan.

proceed
going to

Where are they going to right now? - Waar gaan ze nu naar toe?

What do you think she is going to do? - Wat denk je, wat zou ze gaan doen?

of going
go
engage