Der Bauer ging in den Schweinestall hinein.
- De boer ging de varkensstal binnen.
Ich habe noch ein Hühnchen zu rupfen mit meinem Nachbarsjungen. Das Ekel schießt laufend Papierpfeile durch das Dachfenster hinein.
- Ik heb nog een appeltje te schillen met mijn buurjongen. Dat rotjoch schiet steeds papieren pijltjes door ons zolderraam naar binnen.
Wir müssen die Arbeit innerhalb eines Tages tun.
- We moeten het werk binnen een dag doen.
Er hat eine wichtige Position innerhalb des Betriebs.
- Hij heeft een belangrijke positie binnen het bedrijf.
Die Tür war von innen verschlossen.
- De deur was van binnenaf gesloten.
Diese Tür ist von innen verriegelt.
- Die deur is van binnen vergrendeld.