alleen

listen to the pronunciation of alleen
Dutch - Turkish
keşke
tek başına

Onu tek başına yapsın. - Laat hem het alleen doen.

Tek başına seyahat etmek istiyor. - Hij reist graag alleen.

yalnız başına
tek başıma
yalnız

Yalnız yaşamaya dayanamıyorum. - Ik kan het niet verdragen om alleen te leven.

Onu yalnız bırakamam. - Ik kan hem niet alleen laten.

keşkeler
yaln
baş başa
biricik
sadece

Cümleler bize çok şey öğretir. Sadece kelimelerden daha fazlasını. - Zinnen leren ons veel. Meer dan woorden alleen.

Ben sadece söylüyorum! - Ik zeg het alleen maar!

bir başına
German - English
malls
promenades
proms
alleys
avenues
Dutch - German
alleingang
einzig
lediglich

Du musst lediglich das Zimmer aufräumen. - Je hoeft alleen maar je kamer schoon te maken.

allein

Er hat für sich selbst beschlossen, dass er allein dort hingehen wird. - Hij heeft voor zichzelf beslist dat hij daar alleen zou gaan.

Das liegt daran, dass du nicht allein sein willst. - Dat is omdat je niet alleen wilt zijn.

bloss
alleine
nur noch