naar

listen to the pronunciation of naar
Niederländisch - Türkisch
Niederländisch - Englisch
down to

When I went down to the garden, two little girls were picking daisies. - Toen ik naar beneden in de tuin ging, waren daar twee kleine meisjes madeliefjes aan het plukken.

He brought our TV set down to the cellar. - Hij bracht ons tv-toestel naar de kelder.

to go to
out to

She called out to him, with tears running down her cheeks. - Ze riep naar hem, terwijl tranen over haar wangen rolden.

over to

I want you to go back over to other side. - Ik wil dat je terug naar de andere kant oversteekt.

Beethoven went over to the piano, sat down and began to play. - Beethoven ging naar de piano, zette zich, en begon te spelen.

onto
to to
Englisch - Englisch
Bride
hot