I have good reasons for hating Tom. - Ik heb goede redenen om Tom te haten.
I have good reasons for hating Tom.
Ik heb goede redenen om Tom te haten.
Tom had a good reason for not paying his rent on time. - Tom had een goede reden om zijn huur niet op tijd te betalen.
Tom had a good reason for not paying his rent on time.
Tom had een goede reden om zijn huur niet op tijd te betalen.