Definition von een paar im Niederländisch Englisch wörterbuch
- a pair
- one couple
- a couple
I've been working here for a couple of minutes.
- Ik werk hier al een paar minuten.
Tomorrow, the car needs to go to the garage for a big service. It'll probably set me back a couple of hundred euros.
- De auto moet morgen naar de garage voor een grote beurt. Daar zal ik wel weer een paar honderd euro armer van worden.
- a few
He changed a few words.
- Hij veranderde een paar woorden.
I hope to soon know much more than a few sentences in Dutch.
- Ik hoop dat ik snel veel meer dan een paar zinnen ken in het Nederlands.
- a pair of
I got a pair of new shoes.
- Ik kreeg een paar nieuwe schoenen.
Nancy wants a pair of red shoes.
- Nancy wil een paar rode schoenen.
- a couple of
I bought a new notebook and a couple of pencils.
- Ik heb een nieuw notitieboekje en een paar potloden gekocht.
Tomorrow, the car needs to go to the garage for a big service. It'll probably set me back a couple of hundred euros.
- De auto moet morgen naar de garage voor een grote beurt. Daar zal ik wel weer een paar honderd euro armer van worden.
