The stable is right behind the farm house. - De stal is net achter de boerderij.
The stable is right behind the farm house.
De stal is net achter de boerderij.
There is a man working on the farm. - Er is een man die op de boerderij werkt.
There is a man working on the farm.
Er is een man die op de boerderij werkt.
Farmhouses have barns. - Boerderijen hebben schuren.
Farmhouses have barns.
Boerderijen hebben schuren.