Tom is stuck in the past. - Tom zit vast in het verleden.
Tom is stuck in the past.
Tom zit vast in het verleden.
Pleasure is always in the past or in the future, never in the present. - Plezier bevindt zich altijd in het verleden of in de toekomst maar nooit in het heden.
Pleasure is always in the past or in the future, never in the present.
Plezier bevindt zich altijd in het verleden of in de toekomst maar nooit in het heden.