Hemen hemen yirmi yıl boyunca, ona her ay bir kez yazdım.
- Ik heb hem elke maand een keer geschreven gedurende bijna twintig jaar.
Tom nerdeyse her hafta sonu eve gelir.
- Tom komt bijna ieder weekend naar huis.
Toplantı nerdeyse bitmek üzere.
- De bijeenkomst is bijna voorbij.
Oğlun, neredeyse senin babanın bir kopyası.
- Je zoon is bijna een kopie van je vader.
150 yaşına kadar yaşamak neredeyse imkansız mı?
- Is het bijna onmogelijk om te blijven leven tot je 150 bent?
I almost left my umbrella in the train.
- Ik had bijna mijn paraplu in de trein laten liggen.
Both of us began to smile almost at the same time.
- We glimlachten beiden op bijna hetzelfde moment.
I was nearly ten when my parents gave me a chemistry set for Christmas.
- Ik was bijna tien toen mijn ouders mij een wetenschapsset cadeau deden voor Kerstmis.
The boat shipped water and nearly capsized.
- De boot maakte water en kapseisde bijna.