I can't decide which dress I should buy.
- Ik kan niet kiezen welke jurk ik zal kopen.
I have lost my umbrella somewhere in the park. I have to buy one.
- Ik ben mijn paraplu ergens in het park verloren. Ik moet een nieuwe kopen.
That guitar is so expensive that I can't buy it.
- Die gitaar is zo duur dat ik ze niet kan kopen.
If that guitar weren't so expensive, I could buy it.
- Als die gitaar niet zo duur zou zijn, kon ik haar kopen.
We are thinking of buying some new furniture.
- We overwegen nieuwe meubels te kopen.
Don't waste your money by buying things you don't need.
- Verspil je geld niet door dingen te kopen die je niet nodig hebt.