In autumn the leaves turn yellow. - In de herfst worden de bladeren geel.
In autumn the leaves turn yellow.
In de herfst worden de bladeren geel.
His teeth are yellow. - Zijn tanden zijn geel.
His teeth are yellow.
Zijn tanden zijn geel.
She doesn't remember if his car was yellow or not. - Ze herinnert zich niet, of zijn auto geel was of niet.
She doesn't remember if his car was yellow or not.
Ze herinnert zich niet, of zijn auto geel was of niet.